Als medewerker van een hof, een rechtbank of het parket
Voor het gerechtspersoneel is voorzien in de organisatie van 3 soorten taaltesten waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de grondige taalkennis en functionele taalkennis. Het verschil ligt hem in de actieve en passieve kennis van de andere landstaal.
We sommen de verschillende situaties hier even op:
- Artikel 4: certificaat inzake grondige kennis van één van de drie landstalen dat verwijst naar zowel de actieve en passieve mondelinge kennis als de actieve en passieve schriftelijke kennis van de tweede landstaal.
- Artikel 5: certificaat inzake grondige kennis van het Frans of het Duits voor de personeelsleden van het gerechtelijk arrondissement Eupen dat verwijst naar zowel de actieve en passieve mondelinge kennis als de actieve en passieve schriftelijke kennis van de tweede landstaal (Frans of Duits)*
- Artikel 6: certificaat inzake de functionele kennis van één van de drie landstalen dat verwijst naar zowel de actieve als passieve mondelinge kennis als de passieve schriftelijke kennis van de tweede landstaal.
* Om benoemd te worden tot griffier of secretaris in het gerechtelijk arrondissement Eupen dient men geslaagd te zijn in art 4.