Beoordeling van de taaltesten voor magistraten
De taaltesten voor magistraten volgen hun eigen beoordelingsregels en logica voor het al dan niet slagen. Je krijgt geen numerieke score voor je testen, alleen een vermelding “geslaagd” of “niet geslaagd”.
Woordenschattest
De woordenschattest wordt automatisch gecorrigeerd.
Afhankelijk van het artikel dat je gekozen hebt, vertaal je een lijst van 70 (passieve kennis) tot 140 (actieve kennis) woorden. Deze woordenlijst is uitsluitend gebaseerd op de syllabus die ter beschikking wordt gesteld. Enkel de in de syllabus vermelde antwoorden worden als correct aanvaard.
De woordenschattest wordt beoordeeld aan de hand van de volgende quotering:
- 1 punt voor een juist antwoord
- 0.5 punten bij een juist antwoord met een fout lidwoord
- 0 punten voor een verkeerd antwoord (met inbegrip van fouten tegen de spelling)
Raadpleeg de specifieke taalprocedure voor details over de test die je gaat afleggen.
Schriftelijke proef
Voor de artikelen 5 en 6 wordt je productie (samenvatting en commentaar) beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
- inachtneming van de taak
- inhoud
- van de samenvatting
- van de commentaar
- structuur
- van de samenvatting
- van het commentaar.
Voor artikel 6 worden ook de grammatica en de woordenschat beoordeeld.
Afgezien van het criterium “inachtneming van de taak”, beoordeelt de jury elk criterium aan de hand van een schaal met 4 mogelijke scores (-, +/-, +, ++). Je bent geslaagd als je prestatie aan drie voorwaarden voldoet:
- Je moet de taak in acht genomen hebben.
- Je mag maximaal één "+/-" hebben gekregen voor een beoordeeld criterium.
- Je mag geen "-" hebben gekregen voor je beoordeling.
Mondelinge proef
Voor zowel artikel 5 als artikel 6 wordt je mondelinge prestatie beoordeeld aan de hand van de 5 criteria die in de onderstaande beoordelingsschema's zijn opgenomen.
De jury beoordeelt elk criterium aan de hand van een schaal met 4 mogelijke scores (-, +/-, +, ++). Je bent geslaagd als je prestatie aan twee voorwaarden voldoet:
- Je mag maximaal één "+/-" hebben gekregen voor een beoordeeld criterium.
- Je mag geen "-" hebben gekregen voor je beoordeling.
Artikel 5
Criteria | Verwachtingen |
---|---|
Interactie - vlotheid | De kandidaat neemt actief deel aan het gesprek, toont dat hij de vraag begrijpt en antwoordt gepast. Hij praat indien nodig vrij lang. Er zijn weinig lange pauzes, hoewel aarzelingen zich kunnen voordoen, bijvoorbeeld omdat de kandidaat zijn woorden zoekt. Het leestempo is vlot. |
Coherentie | De antwoorden van de kandidaat zijn voldoende uitgebreid. Hij bouwt ze logisch op en zorgt voor de nodige verbanden tussen de ideeën. |
Grammatica | De kandidaat geeft blijk van een goede beheersing van de basisgrammatica. Hij maakt weinig fouten, die bovendien niet systematisch zijn. |
Woordenschat | De kandidaat gebruikt een voldoende gevarieerde, concrete en precieze woordenschat om zijn boodschap te verwoorden. Eventuele onnauwkeurigheden leiden niet tot misverstanden. |
Uitspraak - intonatie | De klemtonen, de intonatie en de kwaliteit van de uitspraak zijn goed, zowel bij het voorlezen als bij het gesprek. Er zijn geen systematische uitspraakfouten die tot verwarring kunnen leiden. |
Artikel 6
Criteria | Verwachtingen |
---|---|
Interactie - vlotheid | De kandidaat neemt actief deel aan het gesprek, toont dat hij de vraag begrijpt en antwoordt gepast. Hij hoeft zijn boodschap niet te beperken of te parafraseren bij gebrek aan taalmiddelen. Er zijn weinig tot geen pauzes, behalve wanneer dit inhoudelijk gepast is. Het leestempo is vlot. |
Coherentie | De antwoorden van de kandidaat zijn uitgebreid, duidelijk en samenhangend. De boodschap is logisch opgebouwd. |
Grammatica | De kandidaat geeft blijk van een hoge graad van grammaticale correctheid. Occasionele fouten bij complexe structuren zijn moeilijk op te sporen. |
Woordenschat | De kandidaat gebruikt een rijke en genuanceerde woordenschat om zijn boodschap te verwoorden. |
Uitspraak - intonatie | De klemtonen, de intonatie en de kwaliteit van de uitspraak zijn uitstekend, zowel bij het voorlezen als bij het gesprek. Uitspraakfouten zijn occasioneel en leiden niet tot verwarring |